Dinsdag en woensdag 11 en 12 juni. orléans.

12 juni 2024 - Orléans, Frankrijk

Na het ontbijt en uitchecken uit het hotel (einde van de vooraf georganiseerde reis) zijn we naar het Musée des Beaux Arts gelopen, vlak bij de kathedraal. Hier was een tentoonstelling ingericht van prenten uit de 16e en 17e eeuw uit het gebied van de Rijn, maar dan in zeer ruime zin. Veel onbekende kunstenaars of “uit de school van”, uit Amsterdam, Leiden of Vlaanderen. Zo was er bij voorbeeld een mooie tekening van de Elterberg. Veel antieke en bijbelse taferelen. Zeer fraai allemaal maar ook veel, zodat Wilma op een bepaald moment afhaakte. Ikzelf heb nog de vaste collectie in een toenemend tempo doorlopen. Het is zo veel dat je alleen nog maar echt opmerkelijke kunstwerken gaat bekijken. Hierna het oorspronkelijke stadhuis bekeken en wat rondgelopen in het oude centrum, dat prachtig opgeknapt is en dat komt ook door het gebruik van een crèmekleurige natuurstenen bestrating. In de middag hebben we de fietsen en de bagage gehaald en naar een ander hotel gebracht. En nog aan de Loire gezeten en ‘s avonds nog magret de canard gegeten. Half bewolkt, 19 graden.

Woensdag 12 juni: Orléans.

We hadden van te voren ingeschat dat we nog meer tijd nodig zouden hebben om Orléans te bekijken dan éen dag, maar we hadden toch tijd over. Toch nog wat prachtige objecten bekeken zoals de middeleeuwse collegiale kerk van St. Aignan. Binnen bleek een tentoonstelling te zijn van Afrikaanse stoffen, zeer kleurrijk. Nog wat inkopen gedaan en nog even aan de Loire gezeten, waar ik van een man een veer kreeg van de Grote Canadese gans, waarvan er een aantal naar eten liep te schooien. Ik zag een man veren oprapen die daar lagen en toen hij langs kwam vroeg ik of hij een “clavecin” had. Nee, zei hij; ik gebruik ze als speelgoed voor mijn kat. Ik heb hem verteld dat ik tegenwoordig van ganzenveren plectra had gemaakt voor mijn klavecimbel, waarop hij mij spontaan een lange veer ( 30 cm.) gegeven heeft. Daarna hebben we nog wat kleding gekocht en zijn langzaam teruggegaan naar het hotel en zijn met de fietsen en bepakking naar het station gefietst, om ruim op tijd aan te komen voor de trein naar Nevers. Dit leverde enkele verrassingen op: de trein vertrok op tijd en je kon de fiets zo naar binnen rijden zonder hem een meter op te hoeven tillen. Verrassend was ook het speciale ophangsysteem, de hele fiets aan een voorwiel. Twee uur later waren we weer in Nevers, waar we bij het vorige adres weer kunnen overnachten. Om met de fiets van perron 2 naar de uitgang van het station te kunnen was er voor ons een speciale procedure. Er was geen lift, maar alleen een gang met steile trappen. Een soort perronchef in een oranje jasje begeleidde ons naar het eind van het perron waar een pad over het spoor was. Eerst moesten we wachten tot een vertrekkende trein voorbij was. Daarna meldde hij per portofoon dat hij met ons voor de overgang stond. Vervolgens vroeg hij permissie om het spoor over te steken, ging na toestemming op het spoor staan, keek naar beide kanten en toen mochten wij oversteken. Tot slot meldde hij dat het spoor weer vrij was. We begrijpen deze veiligheidsmaatregelen, maar de drukte op het station van Nevers kun je niet vergelijken met die van Arnhem Centraal als je even rondkijkt en een verlaten station ziet. Dat is wel komisch. 20 graden, halfbewolkt.

Foto’s

Jouw reactie